In 2020 publiceerde onderzoeksbureau McKinsey het rapport Diversity wins: how inclusion matters. Dit rapport maakt samen met de rapporten Why diversity matters (2015) en Delivering through Diversity (2018) onderdeel uit van een McKinsey-reeks die de business-case voor diversiteit onderzoekt. De cijfers zijn veelbelovend: bedrijven die op het gebied van genderdiversiteit in leiderschapsteams bij de bovenste 25 procent horen, hebben 25 procent méér kans op bovengemiddelde winstgevendheid dan bedrijven in het onderste kwart. Culturele en etnische diversiteit biedt bovendien nog meer kans op bovengemiddelde winstgevendheid dan genderdiversiteit.
Business case voor diversiteit houdt geen stand
McKinsey is niet de enige die claimt dat diversiteit tot meer winst leidt. We horen deze boodschap ook bij andere consultancybedrijven, zoals de Boston Consulting Group of Catalyst. In gedegen academisch onderzoek houdt de businesscase helaas geen stand. De grote hoeveelheid wetenschappelijke reviews en meta-analyses naar het verband tussen diversiteit en prestaties van bedrijven laat een wisselend beeld zien: sommige studies tonen een positief verband, andere vinden een negatief effect, en weer ander onderzoek vindt geen verband (zie o.a. Post & Byron, 2015; Pletzer et al., 2015; Hoobler et al., 2018; Byron & Post, 2016; Kirsch, 2018; Schneid et al., 2015; Stahl et al., 2010; Van Dijk, Van Engen & Knippenberg, 2012)
En de veelbelovende cijfers van McKinsey en andere consultancybedrijven dan?
Wel, een correlatie is nog geen causaal verband. Een correlatie betekent dat er een samenhang is tussen twee factoren, maar het hoeft niet te betekenen dat er ook een oorzaak-gevolg relatie is tussen beide factoren (causaal verband)[i]. Waarschijnlijker is dat het samengaan van diversiteit en economische prestaties eerder door een achterliggende derde factor wordt verklaard, zoals een innoverende bedrijfscultuur, openheid voor moderne ontwikkelingen, gevoeligheid voor omgevingsfactoren, bereidheid om risico’s te nemen.
Wat als… er een bulletproof business case voor diversiteit zou zijn?
Het onomstotelijke bewijs voor het idee dat meer diversiteit voor meer winst of betere bedrijfsprestaties zorgt, is nog niet gevonden. Stel dat we dat bewijs zouden vinden? In cijfers. Zwart op wit. Duidelijk aangetoond in goed uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek. Zullen we met deze harde evidence-based cijfers bedrijfsleiders wel kunnen overtuigen om werk te maken van meer diversiteit in hun organisatie?
We denken dat we mensen (bedrijfsleiders zijn ook mensen, ja) het beste met cijfers en feiten kunnen overtuigen, en we denken dat onze overtuigingskracht toeneemt naarmate we anderen met méér feiten en cijfers om de oren kunnen slaan. Feiten en cijfers die vooral erg overtuigend zijn voor onszelf! Maar jezelf hoef je niet te overtuigen; het zijn anderen die je wilt beïnvloeden. Uit onderzoek weten we dat feiten en cijfers vooral werken als diegenen wiens gedrag je wil veranderen al een zekere motivatie hebben om het gedrag waarover je communiceert op te volgen. Of bij diegenen die al in zekere mate overtuigd zijn van de nadelen die verbonden zijn aan een bepaald gedrag, in dit geval inclusief werkgeven.
Vergeet dé business case voor diversiteit en maak je eigen een business case op maat
De menselijke natuur is niet geprogrammeerd om naar de rede te luisteren. Haidt gebruikt de metafoor van het jongetje op de rug van een olifant. Het jongetje – onze rede – kan wel vriendelijk vragen om van richting te veranderen, maar als de olifant – onze emoties – een andere kant op wil, kan het jongetje daar maar weinig aan veranderen. Meer dan 300 jaar geleden schreef David Hume: “Reason is and ought only to be the slave of the passions (emotions).” Anders gezegd, de rede kan zijn eigen energie niet genereren - die moet van de emotie komen.
Als we mensen willen veranderen moeten we met informatie komen die hen op een emotioneel niveau aanspreekt. Het gaat dan met name om drijfveren, wensen, verlangens en angsten. Ook bedrijfsleiders hebben ambities, toekomstdromen, verwachtingen en angsten. Ze willen hun bedrijf succesvol laten bloeien en groeien, ze streven ernaar duurzaam competitief te zijn. Hoe ze dat willen doen, lezen we meestal in de strategie van de organisatie. Het maken van een business case start daar: we verdiepen ons in de hoop, angsten, motivaties en verlangens van de bedrijfsleiders. Waar willen ze binnen 5 jaar staan met de organisatie? Welke uitdagingen belemmeren het waarmaken van de strategie vandaag en/of morgen? Kan inclusief ondernemen helpen om de strategie beter waar te maken en/of het hoofd te bieden aan de uitdagingen waar het bedrijf vandaag of morgen voor staat? En zo ja, hoe doen we dat dan? Hoe past dat in onze organisatie? Wat moet er anders? Wat vraagt dat inclusief ondernemen van de organisatie? De antwoorden op deze vragen vormen samen de business case: een gedegen onderbouwd verhaal over waarom de organisatie best werk maakt van inclusief werkgeven, hoe ze dat doet en wat ze doet om het waar te maken.
En de harde cijfers?
Die komen helemaal op het einde: wat wint of verliest het bedrijf door te blijven doen wat het altijd al deed? En wat wint of verliest het door te investeren in inclusief ondernemen? Maar nog vaker merk ik in mijn praktijk met bedrijven dat die harde cijfers er niet altijd toe doen. Een goed en gedegen antwoord op de vragen 'waarom, hoe en wat' (in die volgorde) is meestal voldoende om groen licht te krijgen.
Wil je meer weten over een strategische benadering van inclusief ondernemen?
Bel of mail: 0468 12 06 08, bart@mooiwerkmakers.be
Noot:
[i]We maken allemaal wel eens de fout om tussen twee gegevens die op de een of andere manier samenhangen, een oorzakelijk verband te zien. Het is ook logisch, ons brein is geprogrammeerd om verbanden en patronen te zien en connecties te leggen. Daar speelt Spurious Correlations handig op in. Op hun website vind je tientallen statistiekjes die wel een correlatie, maar geen oorzakelijk verband aantonen: van de margarineconsumptie en het aantal scheidingen over de olie-import en het aantal doden door treinbotsingen tot de groei van de bijenkolonie en het aantal huwelijken.
Comments